Slechts 6% van de werkenden is bang dat hun baan verdwijnt door kunstmatige intelligentie.
Ondanks de opkomst van generatieve kunstmatige intelligentie-toepassingen als ChatGPT en Dall-E 2 denken maar weinig werkenden dat nieuwe technologie grote gevolgen heeft voor hun baan (6 procent) en salaris (7 procent).
Dat neemt niet weg dat nieuwe technologieën ongeveer 38 procent van de werkzaamheden in Nederland vanwege het routinematige karakter ervan kunnen beïnvloeden. Hierbij gaat het om zowel fysiek routinematige taken als cognitief routinematige taken. Dat blijkt uit onderzoek van RaboResearch waarin is gekeken naar welke werkenden het meest bloot staan aan nieuwe technologieën en de mate waarin zij zelf verwachten dat deze hun werk veranderen.
Nieuwe technologie heeft vooral impact op routinematige taken
Bij automatisering van lichamelijk werk gaat het veelal om robotisering en digitalisering, legt de onderzoeker uit. “Zo zetten robots auto’s in elkaar en vouwen machines brieven in enveloppen. De nieuwe technologie die recent in de belangstelling staat, helpt vooral bij cognitieve taken, die een beroep doen op het denkvermogen. Voorbeelden daarvan zijn boekhouden, logo’s ontwerpen en teksten vertalen.”
Zogeheten generatieve kunstmatige intelligentie, ook wel bekend als generative AI, gebruikt grote taalmodellen om allerlei cognitieve taken uit te voeren. Bijkerk: “Bekende tools zijn natuurlijk ChatGPT, dat teksten genereert op basis van opdrachten, prompts, en Dall-E2, dat op basis van prompts afbeeldingen maakt. Daarnaast zijn er nog heel veel andere tools en partijen zoals Google en Microsoft die deze technologie in hun producten integreren. Hiermee kunnen individuen cognitieve taken al dan niet deels automatiseren.”
Theoretisch geschoolden verrichten vaker cognitief routinematige werkzaamheden
Ongeveer 21 procent van de taken van werkenden in Nederland zijn cognitieve routinetaken en bij 17 procent van de taken gaat het om fysieke routine, gaat de onderzoeker verder. “Fysiek routinematige taken komen vooral voor onder werkenden in de horeca, de transport en logistiek en de industrie, en onder praktisch geschoolden en werkenden met een relatief laag inkomen; cognitief routinematige taken komen juist vaker voor bij werkenden in de zakelijke en financiële dienstverlening, de overheid, de zorg en het onderwijs, en onder theoretisch geschoolden en werkenden met een relatief hoog inkomen.”
Praktisch geschoolde werkenden doen over het algemeen meer routinematig werk dan theoretisch geschoolden. Bijkerk: “En er is ook een verschil in het type routinewerk dat ze doen. Praktisch geschoolden doen meer fysiek routinewerk en theoretisch geschoolden meer cognitief. Voor mensen met een lager inkomen geldt hetzelfde: zij doen over het algemeen meer fysiek routinematig werk dan mensen met een hoger inkomen, die meer cognitief routinematig werk doen.”
Meeste technologieën nog nauwelijks gebruikt
Afgaand op het takenpakket krijgen werkenden in bijvoorbeeld de transport en logistiek eerder te maken met robotisering en digitalisering. En wie in de zakelijke en financiële dienstverlening werkt, moet volgens Bijkerk rekening houden met de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie. “De meeste werkenden zeggen echter dat ze nieuwe technologieën nu nog nauwelijks gebruiken. Een kwart van de werkenden verwacht er de komende tijd wel meer mee te maken te krijgen. Zo’n 10 procent van de werkenden verwacht niet veel goeds van de ontwikkelingen op technologisch gebied, terwijl 25 procent denkt dat hun werk er juist positief door verandert.”
Uit het onderzoek blijkt dat werkenden wél verwachten dat de taakinhoud van hun banen verandert door nieuwe technologie. Bijkerk: “Deze gevolgen voor de invulling van werk kunnen zowel positief als negatief uitvallen en werkenden verwachten vooral dat nieuwe kennis en vaardigheden nodig zijn om met nieuwe technologieën te werken.”
Steeds minder routinematige taken
De veranderende taakinhoud heeft volgens de onderzoeker tenminste twee kanten. “Allereerst gaat het over de taken die werkenden meer of minder gaan uitvoeren als gevolg van technologie-implementatie. De nadruk komt voor werkenden steeds minder te liggen op routinematige taken en steeds meer op taken waarin zij een comparatief voordeel hebben ten opzichte van nieuwe technologieën. Dit betekent dat bestaande taken die niet kunnen worden ingevuld door robots of KI belangrijker worden of dat er volstrekt nieuwe banen bijkomen. Denk aan prompt-schrijvers.”
Daarnaast gaat het om een goede aansluiting tussen taken die de mens in de toekomst uitvoert en taken die robots uitvoeren. Bijkerk ziet hierbij zowel een kennis- en vaardighedencomponent als een organisatiecomponent. “Terwijl het belang van kennis en vaardigheden wijst op de noodzaak van onderwijs en training voor werkenden, vraagt de organisatiecomponent om verandervermogen van bedrijven. Zo kunnen zij bedrijfsmodellen aanpassen naar de stand van de technologie en de toekomstbestendigheid van de onderneming en haar werknemers borgen.”
Het complete onderzoek vind je op de website van de Rabobank
Samenvatting van Banen verdwijnen door Kunstmatige Intelligentie
Uit een onderzoek van RaboResearch blijkt dat slechts 6% van de werkenden vreest dat hun baan zal verdwijnen als gevolg van kunstmatige intelligentie. Hoewel nieuwe technologieën ongeveer 38% van de werkzaamheden in Nederland kunnen beïnvloeden vanwege hun routinematige karakter, verwacht maar een klein percentage werkenden dat hun baan daadwerkelijk overbodig zal worden door technologische ontwikkelingen.
Generatieve kunstmatige intelligentie, zoals ChatGPT en Dall-E 2, heeft vooral impact op cognitieve routinetaken, zoals boekhouden en tekstvertaling. Werkenden in verschillende sectoren en met verschillende opleidingsniveaus ervaren verschillende niveaus van routinematig werk, maar de verwachting is dat de aard van banen zal veranderen door technologische implementatie, waarbij nieuwe kennis en vaardigheden nodig zullen zijn om met nieuwe technologieën te werken.
Dit kan leiden tot verschuivingen in de taakinhoud van banen en een grotere nadruk op taken waarin mensen een comparatief voordeel hebben ten opzichte van robots en kunstmatige intelligentie. De organisaties moeten zich aanpassen aan deze veranderingen door middel van onderwijs, training en veranderingsbereidheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten